top of page
opinie background_edited.jpg

Opiniestukken

Waarom 'GIVING A SHIT' ons nieuwe kompas is
 

Is  barmhartigheid iets van vroeger? Een braaf begrip uit een religieus verleden?
Nee. In een tijd van cynisme, ongelijkheid en groeiende onverschilligheid kunnen we barmhartigheid niet missen. We zullen er nieuwe woorden voor moeten vinden.
Woorden die weer binnenkomen.

Ralf Bodelier

Barmhartigheid betekent meeleven met anderen en hulp bieden in moeilijke tijden. Ooit sprak het woord voor zichzelf. Oproepen tot barmhartigheid klonken vanaf de preekstoel en zaten ingebakken in de verhalen waarmee kinderen opgroeiden.

Vandaag roept barmhartigheid nauwelijks nog iets op. De term klinkt stoffig, beladen met een religieus verleden waarin steeds minder mensen zich herkennen. Toch is de werkelijkheid waar barmhartigheid op reageerde niet veranderd. Voor velen is ook onze tijd koud en hard. Ook nu is er behoefte aan medeleven en praktische hulp. Maar de stem die ons daartoe oproept klinkt steeds zachter. Misschien moeten we luider spreken? Misschien is het ook tijd voor nieuwe woorden? Ik stel deze voor: Giving a shit.

Overleven dankzij zorg

Barmhartigheid is diep geworteld is in jodendom, christendom en islam, in de grote religies die het Westen vormgaven. En dat is geen toeval. Eeuwenlang leefden mensen in omstandigheden die wij ons nauwelijks nog voor kunnen stellen. De helft van alle kinderen stierf voor ze volwassen werden. Ziekte en honger lagen voortdurend op de loer. Overstromingen, plagen en droogtes maakten de wereld onvoorspelbaar en vaak meedogenloos.

Onze levensverwachting lag rond de 35 jaar. ‘Het leven van de mens is eenzaam, arm, vies, wreed en kort,’ schreef Thomas Hobbes in 1651. Mensen waren radicaal kwetsbaar en voortdurend aangewezen op anderen. Barmhartigheid was geen deugd. Barmhartigheid was een kwestie van overleven. En dat is het voor miljoenen mensen in arme landen nog steeds.

De grote religies hamerden elk op hun manier op daden die het leven draaglijk maken: de hongerigen voeden, de dorstigen laven, de naakten kleden, vreemdelingen verwelkomen, zieken en gevangenen bezoeken. Het waren geen vrijblijvende liefdadigheden. Het waren levensreddende praktijken; onmisbaar om samenlevingen overeind te houden. Ooit waren de religies de belangrijkste aanjagers van barmhartigheid, vandaag verliezen zij hun maatschappelijke greep. De vraag dringt zich op: wie of wat herinnert ons nog aan de noodzaak van zorg voor de ander?
 

De wereld is onbarmhartig

Vanuit een fundamenteel perspectief kunnen we het ook zo zien: onze werkelijkheid is per definitie problematisch. We leven in een onverschillig universum waarin niet onze behoeften de maat zijn maar blinde natuurwetten. Stormen, droogtes en koudegolven, roofdieren, parasieten en schimmels: de werkelijkheid staat ons naar het leven. Soms vertaalt de immoraliteit van de natuur zich in een cultuur van egoïsme en onverschilligheid. Dan overheersen uitsluiting, armoede en geweld.

Op dergelijke momenten krijgen Might is right,  greed is good en not giving a shit meer applaus dan zorg, solidariteit en inzet voor elkaar. Onze werkelijkheid is vaak onbarmhartig. Wij zullen haar van barmhartigheid moeten voorzien. Barmhartigheid is geen luxe of liefdadigheid, maar een daad van verzet tegen een onverschillig universum. Het is een poging om menselijkheid te scheppen wanneer natuur en cultuur tekortschieten. Barmhartigheid tempert wanhoop,  doorbreekt hardheid en heelt wonden.

Nieuwe taal voor oude noodzaak

Laten we elkaar een opdracht geven: laten opnieuw leren spreken over barmhartigheid. Niet in oude religieuze taal, maar met woorden, beelden en verhalen die mensen van nú raken. GIVING A SHIT is zo’n poging. Het zegt onomwonden: ben verschillig. Doe ertoe. Wees het levende verzet tegen de chaos, klein en concreet, in de dagelijkse werkelijkheid van zieken, eenzamen en vreemdelingen.

Laten we eens proberen te spreken over ‘hartdaders’ en ‘naastenwarmte’. Over ‘kijken met zachte ogen’ en ‘mensen optillen met een glimlach’. Over ‘zorggloed’ en ‘mantels van mildheid’. Wat is er tegen slogans als ‘goedheid werkt’? Of, harder, met caring your ass off  en ‘liefde met ballen’. Waarom zouden we geen woorden gaan gebruiken als: Fuck it, ik zorg? Of Tender as hell en Compassion, goddammit?

De vraag is niet óf barmhartigheid nog relevant is. De vraag is of we de moed kunnen opbrengen barmhartig te zijn, om anderen daartoe aan te moedigen en het oude verhaal opnieuw onder woorden te brengen.. Om niet weg te kijken van de onverschilligheid, maar tegen de stroom in te bewegen.

Een daad van verzet

Dat begint klein: met volle aandacht voor de verdrietige straatgenoot, een miskend familielid, een collega die buiten de boot dreigt te vallen. Met een luisterend oor voor wie niet gehoord wordt, een warme hand voor wie dreigt te vallen.

GIVING A SHIT is geen modewoord, maar een uitnodiging tot verzet. Verzet tegen nonchalance, tegen kilte, tegen de gemakzucht van het so what en who cares. Wie barmhartig is, schrijft mee aan een nieuw verhaal van deze tijd.

Dat verhaal is niet abstract. Het is het logeerbed dat je aanbiedt aan net gescheiden neef, het telefoontje waarmee je een vroegere vriend uit zijn isolement haalt. de warme maaltijd die je eens per week bereid in een daklozencentrum. Dat is barmhartigheid heruitgevonden. Dát is giving a shit.

Ralf Bodelier studeerde theologie en promoveerde als filosoof. Hij is initiatiefnemer van 'GIVING A SHIT'

logo nieuw transparent_edited.png
bottom of page